Hoe vind ik een leuke hond?

Juist als je aan een hond begint, is de eerste klap een daalder waard. Waar je je hond haalt, bepaalt namelijk wat voor een maatje je de komende tien tot vijftien jaar in huis hebt! Haal je je hond bij een minder goede fokker, dan kan hij erg ziek zijn, of een leven lang angstig of agressief. Heb je een fokker op het oog? Doe dan minimaal de FAIRPUP-CHECK (fairpup.nl). Ga je voor een herplaatser? Zorg dan dat iemand met je meekijkt of deze hond echt bij je past. Heb je de hond in huis? Dan is stap één: de chip op je naam te laten zetten en naar een fijne hondenschool/vereniging gaan.

Grofweg zijn er twee manieren om aan een hond te beginnen. Je kunt een puppy kiezen, of een herplaatsingshond. Een puppy zal in het begin veel van je vragen:

  • Je moet hem zindelijk maken (en dus ook ’s nachts eruit),
  • Je kan hem nog niet alleen laten,
  • Je moet hem opvoeden,
  • Je moet hem laten wennen aan alles wat later normaal moet zijn.

Vaak zal je denken ‘waar ben ik aan begonnen’. Bijvoorbeeld als je plas in huis vindt. Als er aan een stoelpoot is gekauwd. Of als er een kamerplant uitgegraven is.

Een herplaatsingshond kan al helemaal opgevoed en zindelijk zijn. Dat scheelt! Bovendien toont een volwassen hond vaak zijn karakter al goed. Bij een puppy is het soms nog afwachten hoe het dier precies gaat worden. Je kunt immers niet alles van een hond zelf vormen, zoals je in de eerste module hebt geleerd. Veel herplaatsers hebben echter wel hun eigen ‘dingen’ en die moet je goed uitvragen. Zo kunnen honden die op latere leeftijd uit een ander land naar Nederland komen, moeite hebben met de drukte en leefstijl in Nederland. Niet iedereen vertelt daarover het hele verhaal. Wees je goed bewust dat veel te trainen is, maar niet alles. Echt goed wennen aan allerlei mensen, dieren, geluiden, kan een hond eigenlijk alleen als puppy. Niet meer daarna.

Hoe vind ik een leuke puppy?

Een leuke puppy vind je door een betrouwbare fokker te kiezen. Een betrouwbare fokker heeft maar één of twee nestjes en werkt vaak met een wachtlijst. Hoe je een goede fokker herkent, wordt hier door Jeroen Oomen uitgelegd:

Doe tip

Google eens op ‘slachtoffer puppyhandel’ of ‘zieke puppy gekocht’ en lees de verhalen van mensen die dachten dat ze een zieke puppy redden, maar met een hoop ellende kwamen te zitten.

Jeroen vertelt ook waarom het voor de ouderdieren zo zielig is als je een puppy bij een verkeerd adres haalt:

Je denkt misschien een puppy te redden, maar eigenlijk betaal je daardoor juist voor het in standhouden van dierenleed. Hoe goed je het ook bedoelt!

Wist je dat een puppy van een minder betrouwbare fokker vaak helemaal niet zo veel goedkoper is dan een puppy van een betrouwbare fokker? Een bewuste keuze voorkomt veel ellende.

Hoe vind ik een leuke herplaatser?

Een leuke herplaatsingshond kun je vinden via vrienden, via het asiel, of via een stichting die honden herplaatst. Kijk ook eens in een asiel wat verder weg, bijvoorbeeld via www.dierenasiels.com. Op internet vind je veel herplaatsingshonden. Wees waakzaam: via internet is het makkelijk om een half verhaal over de hond te vertellen.

Het is verstandig om je herplaatsingshond via een organisatie te kiezen of met hulp van een hondengedragsdeskundige.  Wil je weten of een organisatie betrouwbaar is? Google dan op internet op de ervaringen van anderen met die organisatie en let op de volgende punten:

  • Er is een intake, dat is een uitgebreid gesprek met jou over de hond die bij jou past. Adoptie wordt begeleid, je krijgt dus niet zomaar op een ophaallocatie een hond mee.
  • Als er honden op de opvanglocatie zijn, zitten die er verzorgd en tevreden bij.
  • Je krijgt de mogelijkheid een hond van je keuze op een veilige manier te leren kennen. Er is informatie over zijn gedrag en gezondheid.
  • Er is een aankoopovereenkomst (Klik hier voor een voorbeeld van een aankoopovereenkomst) waarin afspraken helder zijn vastgelegd. Als er iets niet goed zou zijn, is er nazorg.
  • De organisatie heeft een jaarverslag en ANBI-status.

Ga je voor een herplaatser? Download dan het gratis Handboek Herplaatsingshonden voor iPad of Android Tablet.

Doe tip

Test op allergie! Kan jij of iemand nabij je allergisch zijn of worden voor de hond? Pas dan eerst twee keer een weekend op een hond van het type dat je zou willen aanschaffen. Uiteraard geeft dit geen garantie. Het is echter wel een betere test dan de hond ‘gewoon nemen’. Het is erg verdrietig als de hond later weg moet. Meer informatie over allergie: LICG (www.licg.nl/ZJ/).

Hoe zit het met chippen?

Sinds een aantal jaren moet een hond ‘gechipt’ zijn. ‘Identificatie & registratieplicht‘, wordt dat ook wel genoemd. Er is dan een kleine microchip (ter grootte van een rijstkorrel) onder de huid geplaatst. Die chip wordt gebruikt om een hond te herkennen. Als je een hond koopt, moet deze al ‘gechipt’ zijn. Bovendien moeten de gegevens erop staan van degene die de hond aan jou verkoopt. Dat gaat via een databank. Je krijgt van de verkoper een ‘bewijs van registratie’ mee. Vraag hier ook naar! Als koper moet je binnen twee weken de hond op jouw naam zetten. Neem hiervoor contact op met de databank waar de hond staat geregistreerd. Meer informatie over het verplicht chippen kun je hier vinden: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/dierenwelzijn/vraag-en-antwoord/moet-ik-mijn-hond-laten-chippen-en-registreren. Of vraag een dierenarts om hulp.

Waar ga ik op cursus en waarom?

Een hond moet worden opgevoed, geen enkele hond wordt braaf geboren. Een puppy ontwikkelt zich razendsnel van jonge hond naar volwassen dier. Elke fase heeft zijn eigen aandachtspunten. Het is daarom goed om direct op cursus te gaan als je je hond in huis hebt. Op een puppycursus kom je in contact met eigenaren met herkenbare verhalen. Dat is ook fijn, want je nieuwe leven mét hond: af en toe wil je je verhaal daarover kwijt aan iemand die precies begrijpt waar je het over hebt. Ook oudere honden kunnen nog dingen leren! Goede hondenscholen hebben altijd beginnersgroepen voor pubers of volwassen honden.

Neem de tijd voor het kiezen van je cursus!

Er is veel verschil in kwaliteit tussen hondenscholen/verenigingen. Neem daarom de tijd om je school zorgvuldig te kiezen.

Hoe herken je een goede hondenschool?

  1. Instructeurs op de school/vereniging hebben een diploma van een van de volgende organisaties: Annorlunda, Dierenbescherming, DogVision, HACR, Kynotrain, Martin Gaus Academie, O&O, PTC+ (AERES) Barneveld, Tinley (ABA). Bovendien scholen de instructeurs zich op aantoonbare wijze regelmatig bij. Instructeurs kunnen zich laten toetsen door APDT-BENE, CKI-Raad van Beheer en SPPD. De belangenvereniging voor instructeurs is O&O.
  2. Lessen/cursussen worden gegeven in groepen van maximaal acht cursisten.
  3. Er is rust op het veld. Geen overmatig geblaf. Geen geschreeuw van mensen.
  4. Er wordt op een vriendelijke manier met cursisten omgegaan. Een kijkje nemen wordt aangemoedigd.
  5. Er wordt niet met slipkettingen of elektronische halsbanden gewerkt voor het aanleren van gewenst gedrag. Prikbanden zijn verboden.
  6. Oefeningen worden op een positieve manier aan de honden geleerd. Dit betekent stap voor stap gewenst gedrag aanleren. Honden worden dan beloond met bijvoorbeeld voer, spel, aandacht. Uiteraard mag/moet er ook aandacht zijn voor regels en het omgaan met ongewenst gedrag. Harde methoden zoals slaan of schoppen horen daar niet bij.
  7. Honden op het veld zien er ontspannen uit. Ze hebben hun staart meestal even hoog als de rug of hoger.
  8. Behalve het oefenen met de honden, is er ‘theorie’. Tijdens ‘theorie’ wordt uitleg gegeven over hondengedrag en hoe honden leren. Meestal is dat zonder je eigen hond, zodat je niet wordt afgeleid.

Bekijk de video over het herkennen van een goede hondenschool/vereniging.

Doe tip

Bezoek twee hondenscholen/verenigingen bij jou in de buurt. Juist zonder hond kun je rustig kijken en vergelijken. Hoe verschillen de scholen op bovenstaande punten? Spreekt de stijl van de instructeurs je aan?

De voordelen van een goed opgevoede hond

In Nederland vragen we nogal wat van een hond. Je hond mag je schoenen niet gebruiken als speelgoed. Hij mag niet aan de stoelpoot kauwen. Hij mag niet binnen plassen. Hij mag geen eten van het aanrecht pakken. Hij mag niet snel lopen, want dan trekt hij aan de riem. Hij moet mee in de auto. Rustig zijn in het restaurant. Hij moet komen als je roept. We willen dat hij vriendelijk is tegen onbekend bezoek, maar waarschuwt voor indringers. Om een hond dit allemaal te leren is tijd en begeleiding nodig. Een goede hondenschool helpt daarbij!

Honden die onopgevoed of druk zijn, of bang of agressief reageren op hun omgeving hebben vaak een eenzaam leven. Daar wordt geen hond gelukkig van.

Wat vraagt de samenleving van me?

Niet iedereen zit op jouw hond te wachten. Je omgeving wil dat je hond geen overlast geeft. Hij mag bijvoorbeeld niet te veel blaffen. Je moet zijn poep opruimen. Hij mag geen verkeershinder geven. Hij mag niet tegen anderen opspringen.

En andere hondenbezitters vragen ook veel van je. Dat klinkt misschien gek, maar hondenbezitters hebben het lang niet altijd leuk samen. Soms wel. Dan houden ze een gezellig praatje. Vaak houden ze ook een oogje in het zeil in de buurt. Toch is met de drukte van vandaag de dag en alle verschillen tussen honden ook vaak sprake van ‘last van elkaar’. Hondenbezitters houden dan te weinig rekening met bijvoorbeeld een hond die pijn heeft, doof is, of gewoon geen zin heeft in de andere hond. Dan kan discussie ontstaan.

Als jij dadelijk een hond hebt, zal je dus ook met andere hondenbezitters rekening moeten houden. Dat kan onder andere door het aanhouden van deze vijf regels:

  1. Laat onaangelijnde honden geen aangelijnde honden naderen
    Een aangelijnde hond is vaak niet voor niets aangelijnd. Hij kan bijvoorbeeld pijn hebben of ziek zijn. Bovendien kan een hond aangelijnd minder goed zijn natuurlijke gedrag richting andere honden tonen. Hij kan zich in het nauw gedreven voelen als hij benaderd wordt door een loslopende hond. Niet doen dus.
  2. Luister naar wat een andere hondenbezitter aangeeft
    Sommige honden en hondenbezitters willen gewoon even rust. Zonder contact met anderen. Gun ze dat.
  3. Let op eerste signalen dat honden elkaar niet liggen
    Let op signalen die honden afgeven dat ze elkaar niet liggen. Staren naar een andere hond of de kop er lang naar richten, is daarvan een voorbeeld. Bij de eerste signalen kun je vaak nog wel weglopen. Zonder dat de gemoederen verhit raken. Maak daarvan gebruik.
  4. Zeg nooit ‘hij doet niets hoor’ terwijl er van alles gebeurt
    Meestal zeggen mensen ‘hij doet niets hoor’ om een ander gerust te stellen. Uit een enquête onder hondenbezitters blijkt dat echter niet prettig te zijn. De hond ‘die niets doet’, is misschien niet agressief. Zijn gedrag kan voor de andere hond wel onplezierig of zelfs pijnlijk zijn.
  5. Geef elkaar en de honden voldoende ruimte
    Het lijkt zo simpel om te doen: elkaar voldoende ruimte geven. Maar in de praktijk krijgen honden(bezitters) dat te weinig van elkaar. Terwijl het plezier in de buitenruimte (en de veiligheid) enorm kan vergroten. Doen dus!

 

Met welke wettelijke regels moet ik rekening houden?

Als je een hond neemt, zijn er bepaalde wetten en regels waar je je aan moet houden. Zo moet je natuurlijk goed zorgen voor je hond en hem goed behandelen. Er staat bijvoorbeeld in de wet dat je je hond niet mag schoppen of slaan. Ook staat erin dat je hond genoeg ruimte moet hebben. Hij mag dus niet langdurig in een kleine kennel of bench verblijven. Zou je zelf een nestje willen fokken met je hond, dan zijn er extra regels. Je moet dan bijvoorbeeld zorgen dat de pups gezond zijn en je moet ze sociaal maken. Dat vraagt veel geld en tijd.

De gemeente waar je woont heeft ook regels, die staan in de ‘APV’. Zo mag je hond niet overal loslopen. Je moet poep opruimen. Soms zijn er ook regels om blafoverlast tegen te gaan. De meeste gemeenten vragen ook hondenbelasting. Dat kan een flink bedrag zijn! Steeds vaker wordt die belasting ingezet om bijvoorbeeld hondenpoep opruimbakken te plaatsen of hondenlosloopvelden te realiseren. Een gemeente is echter niet verplicht dat te doen.

Hoe zit het met aansprakelijkheid en de hond?

Als je een hond hebt, ben je in principe aansprakelijk voor schade die hij maakt of veroorzaakt. Dit staat onder ‘dieraansprakelijkheid’ in de wet. Het maakt niet uit of je als hondenbezitter schuld hebt aan de ontstane schade, of niet. Schuurt je hond bijvoorbeeld met een stok een kras op een geparkeerde auto? Dan moet jij betalen voor het herstel van de lakschade. Check daarom goed bij je verzekeraar dat je hond op je WA (wettelijke aansprakelijkheid) -verzekering is meeverzekerd. Geef ook aan je verzekeraar door dat je een hond aanschaft.